De smaak van succes

Op 23 april 2024, vijf jaar na mijn overstap naar het hoger onderwijs, kregen mijn team en ik een enorm positieve waardering van het visitatiepanel dat verantwoordelijk was voor de accreditatie van de opleiding IPO in Zwolle. Wij werden geprezen om de hechte samenwerking en taakvolwassenheid binnen het team, de persoonlijke aandacht en toegankelijkheid van de docenten voor de studenten, het complete en actuele onderwijsprogramma, het didactisch concept en de externe gerichtheid van de opleiding.

Een fantastische beloning na vijf turbulente jaren, waarin ik met hart en ziel heb gewerkt aan de opbouw van een goeddeels nieuw opleidingsteam, vernieuwd onderwijs en een continue stroom aan projectopdrachten van steeds nieuwe externe opdrachtgevers. Mijn motivatie destijds om in het onderwijs te gaan werken had te maken met mijn wens om jonge mensen te begeleiden in hun ontwikkeling tot de creatieve professionals van de toekomst en om bij te dragen aan een betere aansluiting van het onderwijs op de beroepspraktijk.

Dat ik de eerste twee jaar mijn handen vol zou hebben aan het bewerkstelligen van een noodzakelijke cultuurverandering binnen de opleiding, nota bene vrijwel gelijktijdig met het uitbreken van de Corona-crisis, had ik niet zien aankomen. Dat was intensief en, achteraf bezien, ook bijzonder leerzaam. Waar mijn aanvankelijke drijfveer was het delen van mijn ervaringen op het gebied van innovatie- en productontwikkeling, heb ik vooral geleerd hoe ik door waarderend leiderschap mijn team kan laten excelleren. Dat betekent niet dat ik nu ben uitgeleerd. Er wacht nog een uitdaging om de beweging te maken van hardwerkende dirigent naar slim werkende onderhandelaar.

Werken in het technisch-creatieve onderwijs is ingewikkeld, uitdagend en vooral fantastisch mooi om te doen!

Circle of Life

Is het u ook opgevallen? Alles en iedereen wordt circulair. Alles van waarde behoudt zijn waarde. Afval is voedsel. Een gesloten kringloop. Hoe dan? Door het verminderen en hergebruiken van producten, onderdelen en grondstoffen. En door hernieuwbare energiebronnen. In mijn LinkedIn profiel presenteer ik mezelf ook als aanhanger van de circulaire economie. Ik weet hoe je een product lifecycle analyse maakt en een circulair businessmodel. Ik kan circulair ontwerpen en ben bekend met recycling van kunststoffen. Maar dat is werk. Hoe zit het eigenlijk met m’n eigen circulaire gedrag? Ik wil natuurlijk wel geloofwaardig overkomen. Hoe congruent zijn werk en privé in dit verband met elkaar en is dat goed genoeg? 

Als ik naar mezelf kijk zijn er dingen die ik al heel lang spontaan doe. Zoals schroefjes, ringetjes en andere bevestigingsmaterialen verzamelen en bouwmaterialen van hout en kunststof. Daar repareer en bouw ik van alles mee. En ja de Saab heb ik toch de deur uit gedaan. Die is aan een nieuw leven begonnen bij een nieuwe eigenaar. Dat is niet helemaal circulair. Onze afgedankte kleding gaat naar de kringloop of belandt in de textielcontainer. Ook niet helemaal circulair. Voor m’n racefiets voorzie ik wel een volledig circulaire toekomst. Met dat stalen ros, een Duell van meer dan 25 jaar oud, ga ik dit jaar weer de Midzomer Challenge rijden. En waarschijnlijk laat ik hem ook kennismaken met de Mont Ventoux. Ik doe hem niet weg voor zo’n carbon fiets, voor geen goud. Over 25 jaar wordt-ie omgesmolten. Hartstikke circulair dus. 

In plaats van de Saab ga ik me inschrijven voor een elektrische deelauto bij ons in de buurt. In plaats van boeken, lees ik digitale epubs. En als het sneeuwt leen ik de sneeuwschuiver van de buurman. Van bezit naar gebruik, half circulair zou ik zeggen. De wekelijkse boodschappen laten we bij ons thuisbezorgen. Is dat circulair? We doen het voor ’t gemak en om niet te worden blootgesteld aan impulsaankopen. Het huis laten we schilderen, binnen en buiten. Ook voor ’t gemak en omdat de schilder duurzamer met z’n materialen omgaat en de verf die overblijft kan gebruiken bij andere klanten. Het dak ligt vol met zonnepanelen, maar het warme douchewater loopt nog gewoon weg door het riool. Punt van aandacht. Tot zover de Technische kringloop.

Door naar de Biologische kringloop. Die is kleinschaliger en minder indrukwekkend dan het circulaire model van SimGas, dat gebaseerd was op het vergroten van de waarde van koeienpoep. Bij ons in de tuin hebben we geen composthoop. We scheiden wel het GFT afval van het plastic en papier. De koffieprut verdwijnt in de moestuin. Etenswaren gooien we zelden weg. Tulpen- en dahliabollen haal ik elk jaar uit de grond en worden zolang mogelijk hergebruikt. Hoe ver moet je eigenlijk gaan met die biologische kringloop? Wat als ik straks zelf aan ’t eind van m’n levenscyclus ben? Ik kan mezelf tenslotte niet blíjven heruitvinden. Moet ik kiezen voor begraven of cremeren? In ieder geval zonder kleren. Begraven lijkt sfeervoller. Vanzelfsprekend niet in een kist, maar gemummificeerd, bijvoorbeeld in bananenbladeren? Of toch cremeren, in een zuinige oven met warmte-terugwin-installatie? En is de energetische restwaarde dan nog wel gelijk aan wat ik nu waard ben? Ik ben er nog niet uit.

Homo Saabiens

Bij ons in de straat staan er drie, en één ervan is van mij. Nog wel. Een èchte Saab. Alleen rijd ik er niet zoveel meer in. Toen ik een paar jaar geleden van baan veranderde en mijn woon-werk afstand meer dan 100km werd, herontdekte ik de trein als sneller en minder stressvol middel van vervoer. Met als gevolg dat ik mijn Saab bijna alleen nog gebruik voor wekelijkse ritjes naar zwembaden, of naar de wasstraat. De rest van de tijd staat-ie stil aan de kant van de weg, op een parkeerplaats voor vergunninghouders. De auto lijdt er meer onder dan toen ik er nog gewoon mee op pad ging: krassen en deuken omdat hij in de weg staat voor mensen die niet zo goed kunnen inparkeren, omdat er dode takken op vallen uit bomen langs de weg en omdat langsfietsende fietsers last lijken te hebben van de ver uitstekende spiegels. En dan heb ik het nog niet over de roestende remschijven en de stervende accu.

Emotionele verbondenheid met het merk weerhoudt mij ervan het ding van de hand te doen. Ze zeggen dat Saab rijders een beetje vreemd zijn, eigenzinnig, excentriek en liberaal links. Het zou een auto zijn voor architecten, advocaten en artsen. Er is zelfs serieus onderzoek naar verricht en de conclusie was dat Saab rijders ruim 10x meer psychologische betrokkenheid bij hun auto hebben dan de gemiddelde Volkswagen rijder. De doelgroep lijkt zichzelf te hebben gevormd, Saab heeft het in ieder geval niet bedacht. Ook ik ben spontaan liefhebber geworden. In het begin was ik met name enthousiast over de contactsleutel naast de stoel, de sportstand waarin de auto bij het optrekken werkelijk vooruit vlíegt en de grappige ruitenwissertjes op de koplampen. Vanaf 2012, na het faillissement van Saab, werd het erger. Andere auto’s vond ik er steeds lelijker gaan uitzien en ’t comfórt niet om over naar huis te schrijven.

Merkloyaliteit, toch mooi hoe dat ontstaat. Ik voel me onderscheidend met m’n Saab en over 10 jaar heb ik een gewilde oldtimer! Als-ie de komende 10 jaar tenminste overleeft en ik het geld er aan uit wil/kan blijven geven?! En er is nog iets: vorig jaar heb ik me solidair verklaard met de 17 sustainable development goals en ben ik in de energietransitie gegaan. Mijn Saab rijdt 1:10 en stoot per gereden kilometer 220 gram CO2 uit. Dat wringt behoorlijk met goals nummer 7 (Affordable and clean energy) en 13 (Climate action). Ondanks de trein rijd ik per jaar toch nog zo’n 3.000 km in m’n auto, met als gevolg een uitstoot van 666 kg CO2. Dat kan ik compenseren met 7 zonnepanelen op het dak van ons huis. De afschrijvingskosten van die panelen moet ik dus optellen bij m’n autokosten. Maar ho eens even, dáárvoor had ik die panelen niet aangeschaft! Ik wilde met onze 16 zonnepanelen break-even spelen met ons huishoudelijke elektriciteitsverbruik. En nu heb ik er dus nog maar 9 over en is mijn Saab ook nog eens €45 per maand duurder geworden.

Emoties, klimaatzorgen en kostenbewustzijn verdringen elkaar in mijn hoofd. Wat moet ik doen? Binnenkort heb ik een afspraak met de autodealer. Voor een APK keuring en een nieuwe accu. Ik denk dat ik m’n Saab daar maar achter laat. Het is mooi geweest. Tijd om het nieuwe jaar met een schone lei te beginnen. Of toch nog even aanzien?